Als je een willekeurige voorbijganger vraagt wat er in zijn woonplaats te zien is, zou de top vijf van aanbevolen plaatsen waarschijnlijk een kunstmuseum zijn. Wat is het aan kunst dat ons aantrekt? Kunstenares Susie Hodge heeft een antwoord. Kunst, meent zij, is de sleutel tot het begrijpen van de hele menselijke geschiedenis en een universele taal die overal ter wereld wordt begrepen.
Talent en fans
Er bestaat een legende over hoe keizer Karel V zich eens bukte om een penseel op te rapen dat uit de handen van Titiaan was gevallen. Dit verhaal beschrijft perfect de achting die kunstenaars genoten tijdens de Renaissance.
De meest invloedrijke mensen uit die tijd beschouwden het als een eer om een van de kunstenaars te begunstigen. De Medici-familie, bijvoorbeeld, bestelde regelmatig werken van Sandro Botticelli. Hij bleef niet in het krijt staan en voegde verborgen “complimenten” toe aan de schilderijen. Kijk bijvoorbeeld naar de versieringen van de dansende Gratiën uit het beroemde schilderij “Lente” – ze zijn allemaal gemaakt in de kleuren van de Medici-familie.
Het boek van Susie Hodge, kunsthistorica en schilder, auteur van biografieën van Monet en Renoir, staat vol van dergelijke verhalen. Ze verkent 200 sleutelwerken, van grotschilderingen tot eenentwintigste-eeuwse installaties. En verbindt ze dan met secties van kunststromingen, genres en technieken. Het is simpel en ongecompliceerd.
“Ik zal Parijs verrassen met een appel!”
En hier is nog een verhaal. Het genre van het stilleven werd populair in Europa aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw, toen welgestelde burgers stillevens begonnen te kopen om hun huizen te versieren. Maar Paul Cézanne gebruikte het stilleven als een gebied voor experimenten – aan hem wordt de uitdrukking “Ik zal Parijs verrassen met een appel!” toegeschreven.
Er was echt iets om verbaasd over te zijn. Laten we eens kijken naar Stilleven met bollen. Ogenschijnlijk niets bijzonders: uien chaotisch verspreid over de tafel en een fles wijn.
Maar als we goed kijken, zien we dat alle voorwerpen vanuit verschillende punten zijn afgebeeld. De rand van de tafel wordt van opzij getoond, het oppervlak van boven, en de uien liggen onder verschillende hoeken. En het mes op de rand van de tafel geeft de illusie van diepte. Het was vrij vers.
Spotting blow
In het midden van de negentiende eeuw kwam de chemicus Michel-Eugène Chevreul met de theorie dat onze waarneming van kleur afhangt van naburige kleuren. En het meest opvallende effect wordt bereikt door kleuren te combineren die tegenover elkaar staan op het kleurenwiel.
De neo-impressionist Georges Seurat nam dit idee als uitgangspunt. In zijn werk Een zondagmiddag op het eiland Grand Jatte beeldde hij Parijzenaars af die zich ontspanden aan de oevers van de Seine.
Alle figuren hier zijn getekend met kleine puntjes van zuivere kleuren, zonder gebruik van zwart en grijs. Als we naar het schilderij kijken, mengen de kleuren zich op het netvlies van onze ogen, waardoor een opvallend effect ontstaat. Deze methode werd later pointillisme genoemd.